Wij houden als boeren het water graag op onze akkers vast als buffer voor drogere periodes in het groeiseizoen en willen we niet dat de vruchtbare löss weg spoelt. Die hebben we namelijk dringend nodig op onze akkers voor de groei van onze gewassen.
In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw zijn wij diverse keren wakker geschud door forse overstromingen in het Limburgse heuvelland. Dit bracht de nodige afspoeling van vruchtbare grond met zich mee met de daarbij behorende overlast voor burgers. Dat is niet wat je wilt en zeker niet als boer. Vandaar dat wij toentertijd, met behulp van onze organisatie LLTB, op zoek zijn gegaan naar nieuwe manieren van grondbewerking en andere teeltmethoden.
Ervaring hiermee hadden destijds onze collega’s in Amerika, Brazilië en Duitsland. Hun technieken zijn wij met de nodige aanpassingen gaan toepassen op onze akkers, met als resultaat het uitbannen van de ploeg. In plaats hiervoor kwam de zogenaamde ‘niet kerende grondbewerking‘ (N.K.G.). Dat was ècht even wennen! Ervaring leerde ons dat ploegen slecht is voor het bodemleven. Vooral wormen kunnen niet tegen het keren van de grond omdat hun wormgangen dan worden vernield. Juist deze wormgangen voeren veel water de grond in.
We hebben als akkerbouwers uitvoerig geëxperimenteerd met ploegen en niet ploegen op de proefboerderij Wijnandsrade. Er bleek een wereld van verschil te zijn in afspoeling van water en grond bij forse buien, terwijl de akker evenveel opbrengsten bood. Zowel boeren, de provincie en het toenmalige waterschap waren overtuigd van de mogelijkheden die deze, voor Nederland, unieke grondbewerkingsmethode bood. Via een stimuleringsregeling van Waterschap Limburg is inmiddels het overgrote deel van de akkerbouwers overgestapt naar de niet kerende grondbewerking. Jammer genoeg nog niet iedereen.
Nieuwe uitdagingen staan ons te wachten. Gemeenten, provincie en het waterschap willen Zuid- Limburg minimaal waterproof maken voor de zware bui die eens in de 25 jaar kan vallen. Dat is voorlopig de uitdaging.
Buiten wat bewoners in de (dorps)kernen zelf moeten doen, ligt er ook een opdracht voor de agrariërs. In het buitengebied waar wij als boeren actief zijn, moeten we voor praktische oplossingen kiezen. Denk aan nieuwe waterbuffers op kritische plaatsen die landschappelijk bijna niet opvallen, maar door boeren gewoon gebruikt kunnen worden bij normale omstandigheden. Ik denk persoonlijk ook dat wij via verfijningen van onze grondbewerkingen en teeltmethoden nog het een en ander kunnen bereiken. Vandaar dat ik van harte hoop dat collega’s die nog steeds ploegen over zullen stappen naar de niet kerende grondbewerking.
Als we er samen voor gaan, ben ik niet meer bang voor die bui van eens in de 25 jaar!”
Wynand Vogels, Hoeve Krekelberg